Wat betekent "hondenras" precies?
Een hondenras is een specifieke en herkenbare foklijn van een huishond. De Fédération Cynologique Internationale (FCI) heeft momenteel ongeveer 370 verschillende hondenrassen geregistreerd en erkend. De kynologische koepelorganisatie verdeelt de hondenrassen op basis van uiterlijk en karakter in verschillende groepen en secties. Er zijn 10 FCI-groepen, waaronder bijvoorbeeld FCI-groep 1: herdershonden en veedrijvers, of FCI-groep 3: terriërs.
Welke hond past bij mij?
Het is voor ons mensen vooral belangrijk om ons in de verschillende hondenrassen te verdiepen als we een viervoeter in huis willen nemen. Welke hond past bij mij? Dat is de allesbepalende vraag bij de aanschaf van een hond. Het hoeft daarbij niet altijd om een raszuivere pup te gaan; ook bij kruisingen uit het asiel kunnen de verschillende rascombinaties ons aanwijzingen geven over bijvoorbeeld hoe groot de hond zal worden of of hij mogelijk een jachtinstinct heeft. Uiteindelijk bepalen echter niet alleen het ras en de eigenschappen daarvan de ontwikkeling en het gedrag van de viervoeter, maar ook de opvoeding en socialisatie.
Gewicht: 25-36 kg
Schouderhoogte: 55-62 cm
Gemiddelde levensverwachting: 10-12 jaar
Kleuren: zwart, chocoladebruin, grijs/blauw, geel/beige
Indeling: FCI-groep 8 - Apporteerhonden, Stöberhonden, Waterhonden
Geschiedenis en herkomst van de Labrador Retriever
Over de exacte oorsprong van de Labrador is onder fokkers nog steeds discussie. Algemeen wordt echter aangenomen dat de voorouders van de Labrador Retriever, die verwant is aan de Newfoundlander en de Landseer, van de Canadese oostkust, het Labrador-schiereiland, afkomstig zijn. In de 19e eeuw werd de Labrador zoals we die nu kennen in Groot-Brittannië gefokt en wordt hij beschouwd als een Brits hondenras. In Engeland had de snelle en watervriendelijke “Labbi” oorspronkelijk de taak om te helpen bij de jacht of visserij. Door eeuwenlange fokkerij werden de slimme honden steeds minder als jacht- en meer als gezelschapshonden gefokt. Tegenwoordig staat de Labrador, vooral in Groot-Brittannië, de VS en Duitsland, in de top 5 van populairste hondenrassen.
Karakter/eigenschappen - de "Labbi" is een goedaardige en vriendelijke hond
De Labrador wordt beschouwd als dé gezinshond bij uitstek, vooral als er kleine kinderen in huis zijn, dankzij zijn vriendelijke aard. De raszuivere Labrador Retriever heeft geen agressie of angst voor mensen. De levendige, nieuwsgierige en vriendelijke hond heeft een goed sociaal gedrag met zowel mensen als andere dieren. Labradors staan bekend om hun leergierigheid en houden van apporteren. Hun intelligentie en de wil om hun baasje te plezieren maakt het dagelijks omgaan met hen heel eenvoudig. Zoals bij alle hondenrassen, hangt het karakter van een hond af van de opvoeding.
Opvoeding - de Labrador wordt beschouwd als het ideale hondenras voor beginners
De Labrador is vanwege zijn vriendelijke en slimme karakter zeer geschikt als eerste hond voor onervaren eigenaren. De opvoeding van een Labbi is meestal leuk, omdat hij leergierig en nieuwsgierig is. Hij wil zijn baasje plezieren, houdt van lof en aandacht. Toch moet de opvoeding van een Labrador Retriever, vooral vanwege zijn sterke en compacte bouw, consequent en intensief zijn. Vooral reuen, die eerder dominant gedrag kunnen vertonen ten opzichte van mens en dier, moeten intensief getraind worden. Vanwege zijn jachtinstinct moet vooral het terugroepen goed worden aangeleerd. Apporteerspellen en uitgebreide zwemsessies zijn zeer geschikt voor dagelijkse training. Springen en plotseling stoppen moet worden vermeden, omdat Labbis door hun lichaamsbouw vatbaar zijn voor de typische gewrichtsziekten van grote honden. Bovendien zijn Labbis vaak erg gulzig, dus is het belangrijk om hen goed te leren dat ze geen voedsel mogen aannemen zonder toestemming, vooral vanwege het gevaar van giftig aas.
Verzorging - een Labrador Retriever heeft beweging en mentale uitdagingen nodig
De Labrador is een levendige, maar ook ontspannen hond. Jonge honden hebben uiteraard veel meer beweging nodig dan oudere honden. Gemiddeld moet een Labrador 2-3 keer per dag worden uitgelaten. De zwemminnende viervoeter houdt vooral van water. Een tuin zou ideaal zijn, omdat hij graag speelt en nieuwsgierig is tijdens het snuffelen. Zoals bij de meeste honden geldt: hoe meer beweging een hond dagelijks krijgt, hoe beter hij zich aanpast aan het leven in kleinere appartementen. Thuis kan hij goed beziggehouden worden met intelligentiespellen - hij houdt van mentale uitdagingen. Hij hecht veel waarde aan gezelschap en ook intensieve knuffel- en aaisessies mogen niet ontbreken bij deze lieve viervoeter. Hij voelt zich het best in het gezelschap van zijn familie.
